vrijdag 29 februari 2008

The Creepy Dentist


Na al die ongeruste telefoontjes wil ik even zeggen dat ik NIET meer ziek ben.

Maar alsnog mijn oprechte dank voor de bekommernis en de vele wensen tot beterschap. Ze hebben wonderbaarlijke goed geholpen.

Maar fit en monter ben ik nog niet helemaal , want ik heb nog te kampen met een hardnekkige nasleep. Een pijnlijke verstandskies. Enfin, eigenlijk doet de kies op zich geen pijn, het is het hele gebied eronder en erboven en ernaast en errond. Zo'n kloppende pijn die alleen maar onderdrukt kan worden door aanzienlijke hoeveelheden dafalgan oftewel alcohol van het straffere soort. Oftwewel allebei tesamen.

Ik had al een afspraak met de tandarts gemaakt, maar dat lukte pas volgende week woensdag. Dat heb je meestal met goeie tandartsen. Nog even 'doorbijten' dus. Of toch maar niet, bij nader inzien.

Dat doet me denken aan die éne tandarts, hier vlakbij, waar ik wel meteen terecht kon, een tijdje geleden.
De man ging er prat op dat hij altijd zonder verdoving werkt als het engszins kan. In zijn wachtkamer hingen van die rare, afschrikwekkende pentekeningen van schriele, enge, tandartsjes die sadistische praktijken uitvoeren op mensen die doodsangsten lijken uit te staan. Echt bizar. Ik had bij de eerste aanblik van die tekeningen moeten weglopen natuurlijk, maar mijn toenmalige tandpijn dacht daar anders over. Dus ben ik toch maar zijn praktijkruimte binnengegaan toen hij mij kwam halen. Het was er stikdonker. De gordijnen waren dicht en het rook er muf. Het enige licht in de ruimte, kwam van de lamp die boven mijn mond scheen. Zijn apparatuur dateerde uit de jaren stillekes en hij werkte doodleuk zonder handschoenen. En dat in een buurt die voornamelijk gekenmerkt wordt door drugsverlaafden en heroïnehoertjes. Als risico kan dat tellen. Hij waste wel zijn handen voor hij begon. Gelukkig.

De hele tijd bleef hij maar doorbomen over hoe een goede tandarts hij wel was, en hoeveel ervaring hij had, omdat hij in Nederland had gewerkt. En hoe slecht de mensen hier in België hun tanden verzorgen en hoeveel tandarsten er in een burnout zitten. Oh ja en computers, dat was ook niks voor hem. Hij bewaarde alle dossiers in een kast in zijn praktijk. Één kast die, echt waar, letterlijk uitpuilde en bijna uiteenviel van de paperassen en de boeken en de tijdschriften en de rommel.

En nooit of te nimmer trof ik iemand anders aan in zijn wachtruimte of praktijk. Niet als ik binnenkwam, niet als ik buitenging. En op geen enkel moment heb ik zijn telefoon horen rinkelen. Het zou kunnen dat hij zelfs geen telefoon had, maar dat weet ik niet meer zo zeker. Ik ben er, tja soms snap ik mezelf ook niet, nog een paar keer terug naartoe gegaan, omdat zijn werk zogezegd 'nog niet af was'. Tja, weet ik veel. Ik ken niks van tanden.
Misschien moet ik maar eens een horrorboek in ware Stephen King-stijl over hem schrijven. Ik denk dat ik er succes mee zou hebben.


dinsdag 26 februari 2008

Wat een zieke lijden kan

Ken je dat gevoel? Een kop vol snot, je longen uit je lijf hoesten, rillend van de koorts wakker worden en niet meer terug kunnen inslapen. 's Morgens opstaan met een gevoel alsof je de nacht ervoor 3 flessen wisky ad fundum hebt leeggezopen. Hoofdpijn, knikkende knieën en moe, zo onvoorstelbaar moe, moe, moe.

Toch maar gaan werken maar ook daar liever je hoofd op je bureau willen leggen dan alweer de zoveelste telefoon beantwoorden of de zoveelste door een overlijden getroffen familie te woord staan. Dan toch maar weer naar huis gaan en met 3 truien en 2 dafalgans in je bed kruipen en de eerste 15 minuten al bibberend van de kou je draai niet kunnen vinden.

De volgende ochtend opstaan met een stekende pijn in je borstkas en geen stem om "auw" te zeggen. Hoesten als een zeehond met een longontsteking. Dan maar naar de dokter die zegt dat antibiotica geen zier gaat helpen en aanraadt om te rusten en er enigszins bezorgd aan toevoegt: "Dat zal toch wel lukken met de kindjes?

Terug thuiskomen alwaar er twee energievretende Bloemen op je wachten inclusief een even zieke Liefde die ook al geen fut heeft om ook maar iets te ondernemen. Intussen stapelen was, strijk en stof zich in een ijltempo op en staat de afwasmachine al 3 dagen onuitgeladen en werkloos te wezen, net zoals zijn collega, de wasmachine, trouwens.

Zo ver het oog reikt liggen er ofwel opgefrommelde zakdoekjes of staan er lege glazen met dafalganresten. Als ik me de moeite troost om op te ruimen herhaalt de geschiedenis zich en ligt alles er binnen een paar uur identiek hetzelfde bij.

Je kruipt onder een deken op de zetel om wat weg te soezen, maar niets van dat alles. Deze aanblik werkt bij mijn Bloemen als een rode lap op een stier en is een regelrechte uitnodiging tot aanhoudelijk zeuren. De één wil "een spelletje spelen, mama, alsjebliiiiiiieeeeeeft". De ander (die zich nog niet woordelijk kan uitdrukken) komt het éne boekje na het andere op je schoot presenteren, vergezeld van een opdringerig repetitief "uhm uhm uhm"-geluid. En je weet dat je toch binnen een paar uurtjes een gezonde maaltijd op tafel moet krijgen.

Dus wat doe je: toch maar opstaan, een spelletje spelen, boekjes lezen, eten koken en gewoon je symptomen negeren. Negeren is de boodschap. Gewoon negeren.

zondag 17 februari 2008

Zaligheid

Ik heb iets ontdekt.
Ik heb de lekkerste chocomousse ontdekt die er volgens mij in een potje te krijgen valt.
Bij Delhaize, van het huismerk.

Ze hebben melk, puur en ook, oh hemels, de witte variant!

En net nu ik een punt heb gezet achter mijn avondlijke zoetschransbuien. Ik zal ze 's middags moeten opeten nu, het zal niet anders kunnen.
Jammer maar helaas.

Sekseverschillen...

...volgens Grote Bloem, vanmorgen, in ons bed.

Grote Bloem (op fluistertoon, want papa sliep nog): Mama, papa heeft gesnurkt
Ikke: Ja? Is't echt? En mama, heeft die ook gesnurkt?
Grote Bloem: Neeeuu, mama jij heeft niet gesnurkt hoor, want jij bent een meisje hè?

maandag 11 februari 2008

Auto-schaafwonde

Daarnet is er een vrachtwagen tegen mijn auto aangereden. Het lag niet aan mij. Gelukkig maar. Het lag aan de jonge en hoogstonervaren chauffeur die zijn vehikel achterwaarts wilde inparkeren op een busstrook. Hij moest, om dit manoeuver tot een goed einde te brengen, rakelings lang mijn auto afdraaien en toen heeft hij dus zowat alle verf van de achterflank geschuurd.

Op zo'n momenten flip ik dus bijna. Of ik ga in shock of zoiets. Ik verander in een kieken zonder kop, want dan moet ik aan administratieve verplichtingen voldoen en administratieve papieren invullen (die ik dan natuurlijk nèt niet kan vinden) en administratieve telefoons plegen (mijn meest geliefde bezigheid), en dan wordt ik dus hypermegakeinerveus. Het is zo'n typische situatie waarin Bachbloesems wonderen zouden doen, maar die had ik natuurlijk niet bij me. Gelukkig had ik wel mijn immer hulpvaardige collega's om mij door dit euvel heen te helpen. En gelukkig waren de schuldigen zich bewust van hun schuld. En kenden ze een beetje nederlands.

Maar in zo'n situaties wil ik het liefst van al dat mijn vader ineens vanuit het niets opdoemt. Hij die alles regelt, hij die orde op zaken stelt, hij die mij redt uit eender welke penibele situatie.
Ik weet dat hij dan zou zeggen: "Kom, ga jij maar naar binnen, drink iets, kalmeer, ik zal dat wel allemaal voor je oplossen. En ik zal ineens ook naar de garage bellen én naar de verzekering, laat mij maar doen, het komt allemaal in orde...
De realiteit is dat ik na een uur nog sta na te trillen op mijn benen. Terwijl ik bel naar Mijn Liefde

Ikke: Schatje ik heb slecht nieuws. Er is een vrachtwagen tegen onze auto gereden. Maar (met enige fierhied in mijn stem) ik heb alle papieren ingevuld.
Mijn Liefde: Ah maar dat is goed, dan kunnen we ineens onze beschadigde bumper op hun kosten laten herstelllen.

Het lukte, het lukte, het lukte. Jochei!



Oh neen, help mij!

Het eerste echte duidelijk uitgesproken woordje van Kleine Bloem is...DORA!

En als ik het nu van iets écht op mijn heupen krijg dan is het wel van dat irritante, kleine, bruinharige alles-tot-in-den-treure-herhalende kleutermeisje dat zogezegd educatief is omdat ze soms ook belangrijke 'leerrijke' Engelse woorden uitkraamt zoals 'triangle'.

En nu moet u niet afkomen met: "Laat haar er dan niet er naar kijken, hè". Want IK laat haar er niet naar kijken. De schuld ligt volledig bij mijn schoonmoeder die in het bezit is van één of andere Dora-DVD. Ik verdenk haar ervan dat ze Kleine Bloem 's maandags (haar vaste babysitdag) de hééééle dag door het Dorawichtje laat brainwashen. Grmmmbbl.

zondag 10 februari 2008

Eurosong


Ik kijk er niet echt naar. Want Bart Peeters ontpopt zich hoe langer hoe meer tot een soort van kleuterleider. Dus ik kijk met een half oog, terwijl ik strijk of lees of computer of iets anders nuttigs doe.
Maar kom aan zeg, daar is nu eens nooit of te nimmer iets echt goeds bij hè? Jumpende mega-mindy meisjes, Betty Big Boop's porno acts of geitewollensokken-folk inclusief huppelde banjotokkelaar of zoiets

Ik denk dat ik zelf eens ga meedoen.

donderdag 7 februari 2008

Eénjarigenfuif

Dat kindjes van om en bij één jaar zo verschillend kunnen zijn?

Dat wist ik niet, maar daar ben ik vandaag dus achtergekomen. Tijdens een gezellig namiddagfeestje samen met vier andere mama's van vier respectievelijke baby's van om en bij één jaar.
De ene spruit is klein en sprieterig maar súpervinnig. De andere ziet eruit als een bijdehante anderhalf jarige en gedraagt zich navenant (rennen en tutjes afpakken) Nog een andere dreumes is klein en rond en heeft zo'n helderblauwe ogen dat hij er menige mens mee van de Mediterannée laat dromen. En nog eentje heeft het guitigste en meest grappige babyhoofdje dat ik in mijn leven bij een baby gezien heb.

En dan was er tot slot mijn Kleine Bloem. Ook weer helemaal verschillend. Rond en gezond, goed in het vlees, een baby waar ge pak aan hebt, zoals ze zeggen. Met een meer dan gezonde eetlust. Zonder zin om te stappen. Maar wel in het bezit van een zeer speciale kruipstijl waarbij ze 1 been achter zich aan sleept alsof het één of ander overbodig attribuut is dat er maar wat bijhangt. Een wormvormig aanhangsel zeg maar.
Bovendien heeft ze van alle kindjes het meest van zichzelf laten ruiken. Maar liefst 2 'accidentjes' waren haar deel. Spijtig van de lasagna die ik had gemaakt. Hij smaakte toch iets minder goed dan gehoopt.

dinsdag 5 februari 2008

Staartjes

Grote Bloem bij Opa en Oma. Geen heimwee maar dolle pret!

maandag 4 februari 2008

Krak-kemikkig

De Krak. Een winkel die bij mijn weten alleen in de marginaalste buurten van mijn stad ligt. Een handige winkel wel, want je vindt er vaak de meest voor de hand liggende spullen die ze nergens anders meer verkopen. Dingen zoals bijvoorbeeld sponsbroekjes, raamkleefplakkers (die voor in de auto als je op reis gaat, weet je nog wel?) en turnpantoffeltjes in kleine maatjes. En op de koop toe zijn die dingen dan ook nog net niet gratis. Maar ik kom er niet vaak want het is er donker, vuil (stofzuigen is tegen hun principes), het stink er (genre mengeling tussen goedkope geurkaasen, sigarettenrook en verkoopsterszweet) en daarbij is het personeel ook nog eens hoogst onvriendelijk (getuige mijn verslag hieronder)

Ik ging dus turnpantoffeltjes kopen, maat 23, voor Grote Bloem. Ik kom in de Krak en wat ziet mijn lodderig oog? Jawel, een hele bak vol! Ik vraag aan een norse rekkenvullende verkoopster hoe het zit met de prijs. Ze deelt me mede dat ze 'in reclam' zijn en mompelt eraan toe: "Ge moogt ze meepakken voor nen Euro". Ik graai naarstig in de bak op zoek naar nummer 23. En jawel, ik vind maar liefst 3 pantoffels in die maat! 1 vuile en twee minder vuile. Na wat twijfelen besluit ik de twee minder vuile te nemen.

Blij ende opgelucht begeef ik mij terug huiswaarts met mijn 2 minder vuile turnpantoffels maat 23 en vraag, éénmaal thuisgekomen, aan Grote Bloem om ze te passen. Het kind kan nog geen links van rechts onderscheiden dus ik help haar even om ze juist aan te froemelen.
Tot mijn eigen stomme verbazing wordt ik mij echter langzaam bewust van de GROTE FOUT die ik heb gemaakt! Ik heb 2 linkse meegepakt, verdoemme, verdoemme!

Minder blij en met een zenuwachtig gevoel in mijn buik (jullie kennen intussen mijn reputatie als het op goederen ruilen aankomt), ga ik terug naar de Krak. Ik leg mijn probleem uit aan de norse verkoopster, die nu aan de kassa staat. Antwoord (luid, verwijtend en duidelijk NIET happy met heel de zaak): "Jomor, dat snapkik nu nie ze! Hoe kan da nu gebeuren?! Ge ziet dat toch hè?!! En daarbij, die zijn in reclam en normaal pakken we gene reclam terug!"
Ik probeer assertief en sterk te blijven en zeg: "Jomor, iedereen kan zich toch wel kan vergissen hè, madam".
Uiteindelijk verleent de norse mij gratie en mag ik het pantoffeltje gaan omruilen. In het naar buiten gaan zeg ik nog even, mij zeer sterk houdend, dat ze mij er waarschijnlijk niet terug gaan zien en dat ik onthutsd ben over hun klantonvriendelijkheid. Het heeft me alleen een : "ge hebt ze toch mogen ruilen hè madam?!", opgeleverd.