donderdag 29 mei 2008

Doordeweekse ochtendtaferelen

- Het is 7.30u , ik ben al een uur wakker, de klokt tikt genadeloos voort. Grote Bloem blijft hardnekkig slapen. Ik zing een vrolijk liedje: 'opstaahaaan, opstaahaan, wij staan allemaal op...' Grote Bloem houdt nog hardnekkiger haar ogen dicht en draait zich nog eens om. Ik begin haar zachtjes te kietelen, maar dan wordt ze boos. Ik til haar boos uit haar bed en wil haar aankleden maar opeens verandert ze van een hardnekkige boze slaapster in een lappenpop die de hele tijd door haar benen zakt. Ze wil niet meewerken, onder geen beding. Het duurt welgeteld 30 minuten om haar te wassen en aan te kleden. Eén grote jammerklacht van 30 minuten.

-We zitten eindelijk beneden aan de ontbijttafel. Grote Bloem wil een eitje. Ik heb geen eitjes meer in huis (hoe stom van mij, daar had ik natuurlijk aan moeten denken). Ik som de alternatieven op: boterhammetje, cornflakes, pap, toastje, cracotje... Grote Bloem wil nog steeds een eitje. Een spékeitje nog wel. Spek heb ik al helemaal niet in de frigo liggen. Ik blijf zen. Ik som nogmaals de alternatieven op. Grote Bloem wordt wederom boos. Ze moet en zal een spékeitje. Uiteindelijk belandt ze op de zetel voorzien van een boterham met choco. Dankzij onze grote vriend: De TV

-We zitten in de auto. We gaan naar school maar zijn nog niet vertrokken. De klok tikt wederom genadeloos voort. Het regent buiten pijpenstelen. Papa is reeds dapper te voet vertrokken met Kleine Bloem. Startensklaar draait Grote Bloem haar raampje wagenwijd open. Ze wil papa zien. Maar het regent dus pijpenstelen. Ze wordt kletsnat. Ik stap terug uit en ga haar raampje dichtdraaien. Concert. Drama. "IK WIL PAPA ZIEN, WHÈHÈHÈ... ZO KAN IK PAPA NIET ZIEN, WHÈHÈHÈ. In een poging haar ilussie te doorprikken zeg ik dat papa al lang weg is en dat ze hem toch niet meer kan zien. Poging mislukt. Het wordt nog erger. Nu word ik echt boos en verbied haar het raampje nog verder open te doen (maar ik zet het wel op een kiertje, om de gemoederen te bedaren). Ik vertrek en Grote Bloem blijft jammeren. Plotseling zie ik een politiewagen en zeg geschrokken en met grote theatrale angst in mijn stem: "Daar is de politie!! NIET je raampje opendoen hè! Dat mag niet van de politie hoor, als het regent je raampje helemaal openzetten. Een beetje wel, maar niet helemaal, anders moeten we naar de GEVANGENIS!"... Eindelijk wordt het stil.

Voor de rest verliep de ochtendspits nog vrij rustig.

Ringedingdong

Ik stel het al drie weken uit. Één telefoontje naar een rusthuis om te vragen of ze mijn brief goed hebben ontvangen en of ze op onze vraag, om onze vrijwilliger een onkostenvergoeding te betalen, willen ingaan.

Ik haat bellen. Ik haat het , ik haat het, ik hAAAAAAt het!
Ik wil het gewoon niet, ik heb er geen zin in, ik heb er schrik van, ik ga niet uit mijn woorden geraken, ik zie er vreselijk tegenop, ik heb een knoop in mijn maag, ik begin al te trillen en te zweten als ik er nog maar aan dénk dat ik vandaag die hoorn moet vastpakken en de vraag moet stellen om waarschijnlijk eerst 16 keer doorverbonden te worden om uiteindelijk toch bot te vangen na verschillende zeer onvriendelijke bejegeningen.
Ik heb er zo'n hartsgrondige hekel aan, ik vind het aaaaaaaargh.
IK WIL HET GEWOON NIET !

Ik zal nu toch maar eens bellen zeker? Want het is wel mijn job hè.

En ja, ik val in herhaling, ik weet het.

zondag 25 mei 2008

Hoe ze toch altijd hun goesting krijgen

Wegens chronisch tijdsgebrek en een werkconferentie van vrijdag op zaterdag was ik het natuurlijk weer vergeten. Een cadeau voor de 3 jarige N., zoontje van vrienden, die vandaag, naar jaarlijkse traditie, hevig gevierd zal worden. Gelukkig leven wij in een land waarin sommige winkels open zijn op zondag. Hoewel ik als rode vakbondsvrouw eigenlijk tegen het principe zou moeten zijn. Maar soit.

Ik toog dus met mijn Bloemen naar de Fun. In de auto hing Grote Bloem de vervelende plaagzus uit door haar aanhoudend afpakgedrag. Kleine Bloem was dan ook blij ende opgelucht toen we eindelijk onze bestemming bereikt hadden. Al "juijend en joepiejend" haalde ik hen uit de auto en manoeuvreerde ik hen in een karretje. Preventief en streng sprak ik hen toe dat we allééééén een cadeautje voor de jarige N. gingen kopen, omdat die nu eenmaal jarig is. En voor hen: alleen kijken, niet kopen.

De grote zoektocht naar een gepast cadeau ging van start. Ik probeerde efficiënt door de rayons te rijden en mijn ogen snel maar grondig de kost te geven. Terwijl ik niet te lang bleef stilstaan en zoeken, want dan zouden mijn bloemen toch wel eens een flinke zaag kunnen gaan spannen. Tussen de Dora's, Ploppen, Bumba's, Cars, Bob de Bouwers en Mega Mindy's vond ik niks. Maar het duurde niet lang of Grote Bloem kreeg een zeg maar geniale inval. In plaats van zelf achter een cadeau te hengelen, zei ze trots en fier dat Jummy (=haar denkbeeldige boezemvriendin) ook jarig is. En, voor wie het nog niet wist (ik ook niet, tot vanmorgen) Jummy heeft ook een klein zusje, Pokki genaamd. En het kind verjaart nota bene OOK op dezelfde dag! Wie had dat gedacht, zeg ??? Tja, en we konden toch niet enkel voor de jarige N. iets meebrengen en de rest van de feestvarkentjes vergeten, ocharme. Dus, wat was de buit? 1 doos playmobielridders voor N., 1 prikblok voor Jummy en een legomama incl. kindje voor Pokki. Ach, kinderhandjes zijn gauw gevuld. Ook die van denkbeeldige kindjes.

dinsdag 20 mei 2008

Vakantiedilemma

Ik buig me op dit eigenste moment over een zeer moeilijke levensvraag:

"Heeft het zin om te trachten op 3 weken 3 kilo af te vallen met het oog op een vakantie waar je weer zeker 3 kilo van zal bijkomen?"

zondag 18 mei 2008

Verdwaald


Ik ben terug. Na een een lange computerluwe periode van iets meer dan een maand, waar ik bewust voor gekozen heb wegens uiteenlopende redenen (zoals te moe, te uitgeput, te leeg, teveel spanning op het werk, te druk in de Bloementuin, teveel nekpijn, teveel schouderpijn, te verstrooid en te vergeetachtig, teveel strijk, teveel onnozele programmakes op TV, teveel geen goesting in niks behalve het hoognodige, te ontevreden met teveel, enfin, alles te en teveel eigenlijk).
Het is nog altijd te en teveel, maar ja, een mens kan zich niet blijven opsluiten.

Soms vraag ik me af of mijn schrijvende ik zich levenslang zal moeten beperken tot deze bescheiden vorm van dagboekposten. Misschien moet ik me eens aan iets groters wagen. Een boek of zo. Of een verhalenbundel. Ja een verhalenbundel met menselijke momenten, uit het leven gegrepen of zo. Iets geïnspireerd op mijn dagelijkse job, waarin ik mensen ontmoet in alle fases van hun leven. Pas geboren, opgroeiend, zoekend, de weg kwijt, hopeloos, ziek, dromend, blij, verwonderd, passioneel, dankbaar, verdrietig, afscheid nemend, stervende, of al gestorven. Iets als 'Het leven zoals het is: MENS zijn'. Met verhalen die raken, die door merg en been gaan, die een kiekenvel moment geven, die een glimlach op je gezicht toveren, die doen afvragen waar het allemaal om draait en je tegelijkertijd doen beseffen dat het daarom draait: je dat afvragen.

Ik weet het niet. Echtigwaar, ik weet het niet. Maar soms lijkt het alsof alles wat ik hier schrijf zo klein en betekenisloos is in vergelijking met wat andere mensen soms moeten dragen. Of misschien zie ik niet altijd meer wat van betekenis is, omdat ik juist teveel kijk naar wat anderen moeten dragen.
Ik kijk naar mijn kinderen en denk: Ja dat is leuk, dat zal ik straks schrijven, maar op één of andere manier lukt het niet, kan ik geen woorden te pakken krijgen die de werkelijke draagwijdte van het gebeuren kunnen overbrengen. En dan denk ik van, ach laat ook maar. Ik heb het gezien, ik was er getuige van, en dat is genoeg.

Dus ik weet het nog altijd niet. Ik moet verder en ik ga verder, maar ik weet nog niet hoe ik hier verder moet.

Pfffff zeg, dit is zwaar op de hand allemaal. Amai amai, chapeau als u zich de moeite getroost hebt om het te lezen. Oprecht chapeau.