
Ik ben terug. Na een een lange computerluwe periode van iets meer dan een maand, waar ik bewust voor gekozen heb wegens uiteenlopende redenen (zoals te moe, te uitgeput, te leeg, teveel spanning op het werk, te druk in de Bloementuin, teveel nekpijn, teveel schouderpijn, te verstrooid en te vergeetachtig, teveel strijk, teveel onnozele programmakes op TV, teveel geen goesting in niks behalve het hoognodige, te ontevreden met teveel, enfin, alles te en teveel eigenlijk).
Het is nog altijd te en teveel, maar ja, een mens kan zich niet blijven opsluiten.
Soms vraag ik me af of mijn schrijvende ik zich levenslang zal moeten beperken tot deze bescheiden vorm van dagboekposten. Misschien moet ik me eens aan iets groters wagen. Een boek of zo. Of een verhalenbundel. Ja een verhalenbundel met menselijke momenten, uit het leven gegrepen of zo. Iets geïnspireerd op mijn dagelijkse job, waarin ik mensen ontmoet in alle fases van hun leven. Pas geboren, opgroeiend, zoekend, de weg kwijt, hopeloos, ziek, dromend, blij, verwonderd, passioneel, dankbaar, verdrietig, afscheid nemend, stervende, of al gestorven. Iets als 'Het leven zoals het is: MENS zijn'. Met verhalen die raken, die door merg en been gaan, die een kiekenvel moment geven, die een glimlach op je gezicht toveren, die doen afvragen waar het allemaal om draait en je tegelijkertijd doen beseffen dat het daarom draait: je dat afvragen.
Ik weet het niet. Echtigwaar, ik weet het niet. Maar soms lijkt het alsof alles wat ik hier schrijf zo klein en betekenisloos is in vergelijking met wat andere mensen soms moeten dragen. Of misschien zie ik niet altijd meer wat van betekenis is, omdat ik juist teveel kijk naar wat anderen moeten dragen.
Ik kijk naar mijn kinderen en denk: Ja dat is leuk, dat zal ik straks schrijven, maar op één of andere manier lukt het niet, kan ik geen woorden te pakken krijgen die de werkelijke draagwijdte van het gebeuren kunnen overbrengen. En dan denk ik van, ach laat ook maar. Ik heb het gezien, ik was er getuige van, en dat is genoeg.
Dus ik weet het nog altijd niet. Ik moet verder en ik ga verder, maar ik weet nog niet hoe ik hier verder moet.
Pfffff zeg, dit is zwaar op de hand allemaal. Amai amai, chapeau als u zich de moeite getroost hebt om het te lezen. Oprecht chapeau.