Posts tonen met het label van weleer. Alle posts tonen
Posts tonen met het label van weleer. Alle posts tonen

maandag 2 augustus 2010

Tienertrauma

Ik weet het nog zo goed. Ik was 13, mollig, en had een nieuw roze joggingpak gekregen. Samen met de hele familie maakte ik een boswandeling, ik in mijn nieuwe roze joggingpak. Opvallend tussen mijn saai geklede familieleden. Dat het een beetje te strak zat, mijn joggingpak, dat weet ik ook nog. En opeens kreeg ik 't vliegend zot, zo blij was ik met mijn joggingpak, want ik begon spontaan te rennen en tegelijkertijd dat vreemde liedje te zingen .."I'm jogging,...", u kent het wel als u het hoort. En het volgende moment  Pats! Boem! struikel ik over een uit de grond stekende boomwortel, of misschien een grote dikke kei, ik wil het kwijt zijn en val ik keihard in de modder met mijn nieuwe roze joggingpak. En iedereen staat mij uit te lachen. Mijn gehele saai geklede familie staat mij al vingerwijzend uit te lachen. Het moet inderdaad een redelijk belachelijk zicht geweest zijn, kan ik me nu wel voorstellen: dat mollige roze varkentje dat daar opeens al rennend en zingend in de modder pletst. Ik zou ook keihard gelachen hebben moest ik mijn familie geweest zijn. Maar voor mij was het de Totále Afgang! Het grote 'Degronddieonderjevoetenwegzakt-moment', zoals je er zoveel hebt tussen je 12de en je 18de. En daar hield het niet bij op. Ook later op de dag werd ik nog danig en meermaals belachelijk gemaakt. Mijn kleine zus en nog kleinere broertje speelden de scène keer op keer opnieuw af, terwijl ze zichzelf kromlachten. Alweer vingerwijzend naar mij. En dat liedje, dat belachelijke liedje heeft me nog jaren achtervolgd, lang nadat ik het roze joggingpak symbolisch aan het Leger Des Heils had geschonken. Elke keer opnieuw herbeleefde ik mijn trauma. Als ik het liedje hoorde, als ik de plek des onheils passeerde, als ik een joggingpak zag dat even roze was,... het moest zelfs geen joggingpak zijn, de kleur was al genoeg om die pijnlijke flash-backs weer te doen heropleven.
In de loop der tijd heb ik de herinnering leren verdringen. Tot ik daarnet in het park uitstekende boomwortels moest ontwijken terwijl ik met een homo aan het joggen was.
Tja... het geheugen maakt soms rare sprongen. En ik ook, daarnet.

dinsdag 15 juni 2010

Het grote kampeeravontuur: deel 1

Ik hoop dat ze het niet te koud heeft vannacht. En ik hoop dat ze haar slaapzak wel opengeritst krijgt. En ik hoop dat ze al haar spulletjes gemakkelijk zal vinden in die veel te grote tas. En ik hoop dat ze niet per ongeluk in haar bedje plast en dat morgen beschaamd moet toegeven. En ik hoop zo erg dat ze geen heimwee zal hebben tijdens die allereerste kampeernacht op school. Want heimwee is erg, dat weet ik.

Ik was twaalf toen we eens met de klas gingen kamperen en ik weet nog dat ik dood en dood ongelukkig was. Ik wilde toen alleen maar wenen, maar hield me in want ik moest me sterk en groot houden.
Grote Bloem is vijf. Maar ze lijkt niet op mij. Hoop ik.

zondag 3 mei 2009

Smikkel Smakkel

Grote Bloem is 'dól op lasagna', zoals ze dat zelf zo enthousiast verwoordt. Dus gisteren nog maar eens mijn best gedaan om een lekkere zware lasagna bolognese met veel béchamel en kaas op tafel te toveren. Nu, haar voorliefde voor dit Italiaanse gerecht heeft ze van geen vreemden. Ik herinner mij dat ik als kind al wedijverde met mijn vader voor het laatste schepje in de schotel. Ik schrokte dan mijn eerste portie naar binnen alsof mijn leven ervan afhing, zodat mijn bord eerder leeg was dan dat van hem en ik dus (vóór hem) in aanmerking kwam voor de laatste portie. En als alles op was maakte ik er een erezaak van de schotel zo minutieus proper leeg te schrapen dat er geen voorspoelbeurt meer nodig was voor ze in de afwasmachine ging.

Dus ik herkende me volkomen in mijn Grote Bloem toen we daarnet onze portie lasagna van gisteren zaten op te smikkelen en ze zei: "zeg mama, niet àlles alleen opeten hè, laat ook nog wat voor mij over!"

dinsdag 11 november 2008

Tsjoektsjoek

Wapenstilstand en vrouwendag. 11 november wordt er niet minder koud, druilerig en vervelend door. "Waarom niet eens naar het Speelgoedmuseum gaan?", dachten we. Kan wel leuk worden, met de trein en zo. Zou de eerste keer zijn voor Mijn Bloemen. En daardoor net een belevenis.

Hoe ongelooflijk spannend vond ik dat zelf, vroeger, als papa ons dat grote statige gebouw binnen loodste op zoek naar die éne juiste trein tussen de zovele.



Ik vroeg me dan keer op keer af, hoe hij er toch in slaagde en het antwoord dat ik mezelf gaf was ook keer op keer hetzelfde: mijn papa weet alles. Eén zekerheid had ik alvast in die tijd: zolang ik veilig aan zijn handje bleef lopen, kon er niks ergs gebeuren en zaten we altijd in de juiste trein.

Spanning, vermengd met de hoopvolle verwachting van iets leuks, iets nieuws... Instappen, het perfecte plaatsje zoeken, bij het raam natuurlijk, joepie er is een tafeltje! Zitten we allemaal goed? De bagage netjes opgeborgen? Ja, het fluitje! Daar sluiten de deuren zich,...even wachten...en...en...traag, traag zet de trein zich in gang en langzaam, langzaam verdwijnt het station en zie je de landschappen, koeien, paarden, huizen, bomen, auto's, flits flits flits, flitsflitsflits...


Soms keek ik naar Grote Bloem en dacht iets van mijn vroegere stille opwinding in haar oogjes te ontwaren, want die fonkelden zachtjes, terwijl ze door het raam tuurden. Of hoe je je mooie stukjes kindertijd opzoekt in je eigen kind, en terugvindt.

dinsdag 25 maart 2008

Smakelijk Pasen

Paasweekend, paaseitjes verven, paasmandjes knutselen, paaseitjes zoeken en vinden, groot, klein, melk, gevuld met praliné, hol, vol, 'rammeleitjes', puur, wit, allez keus genoeg dus.




Grote Bloem die zondag 's morgens als fluisterend vraagt: "Mama, gaan we naar beneden, misschien is de Paashaas geweest?" "En dan moet ik eitjes zoeken hè? En opeten!"
Kleine Bloem begrijpt die boodschap maar al te goed en ontdoet haar eerste persoonlijk gevonden paasei van zijn felgekleurd papier en begint er alvast aan. Om 6.30 u op Paaszondag, wel te verstaan. Dat pak je een kind toch niet af? Enfin, enkele uurtjes later wreekt het paasei zich op haar nieuwe paasbeste kleertjes. Waarvan geen foto. Burps.

Herinneringen komen boven van een Paaszondag vroeger, jaren geleden. Ik was misschien juist 12. Oma had zo'n half chocoladeei meegebracht voor mij, m'n zus en m'n broer. Elk zo'n half ei gevuld met nog méér chocolade. Overdaad dus. Mijn broer had de zwakste maag, bleek in de auto op weg naar het restaurant waar we onze Paaszondagavond in familiale kring gingen doorbrengen. Waarvan evenmin een foto. Burps.

vrijdag 1 juni 2007

UVV vindt Zwart goud



Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen: de UVV personeelsontmoetingsdag. In vergelijking met 8 jaar geleden, toen we met zeker de helft minder collega's waren, en ik zowat iedereen bij naam en standplaats kende, is het nu een het megagroepsgebeuren waarbij ik mijn ogen uitkijk naar al dat nieuw en vers vlees dat we in de kuip hebben. We waren dus met veel, maar de mijn van Beringen bleek groot genoeg om met z'n allen in te passen.
De dag begon al voor-de-dauw-en-het-krieken-van-de-haan. Om 7u 30 kwam onze bereidwillige collega W. ons oppikken. Naar eigen zeggen bracht ze dit offer om de files voor te zijn (files, die er bij nader inzien niet waren). Met oogwallen van hier tot in Tokio (en uiteraard zonder zonnebril om die te verbergen) arriveerden we op de mijnsite waar we natuurlijk de eersten waren. Gelukkig was men in het mijnmuseum ook vroeg opgestaan want er zaten buiten op het terrasje mannetjes die eventjes heel zenuwachtig werden toen ze ons in het vizier kregen. Gelukkig werden ze snel terug kalm en wilden ze graag een praatje met ons maken. Na wat uitleg over onze beroepsbezigheden werden we door de mijnmuseummannen even vergeleken met nonnen die seks mogen hebben. Niet erg, want in ruil voor een kop koffie waren we tot alles bereid, zelf tot het slikken van die ludieke belediging (die eigenlijk toch wel véél origineler is dan die afgezaagde vergelijking met 'vrijzinnige pastoors'). Na enkele uren kregen we ontbijt waarna we als echte kompels in een bijna-echte nagebouwde mijnschacht afdaalden. Ik was meteen mee en supergeïnteresseerd want mijn opa heeft ook in 'de put' gewerkt. Het voelde als het ware alsof ik een stukje van mijn eigen geschiedenis terugvond. Ik moest aldoor aan mijn opa denken, ook al heb ik hem niet gekend, de arme mens. We kregen uitleg over kop- en voetbanen, stempels en over de manier waarop de mijnwerkers hun behoefte deden in de smalle gangen die geteisterd werden door muizen en gevaarlijke gassen. (Tja, niet verwonderlijk als iedereen daar te pas en te onpas zijn boodschappen achterlaat, dacht ik nog) Mens noch dier werd in de put gespaard want we hoorden ook nog hoe arme paarden er zich vroeger te pletter werkten tot ze blind werden afgeslacht. En kanariepietjes deden dienst als gasalarmen. Zeer boeiend allemaal en het noopte mij tot het schrijven van de volgende mooie weldoordachte slagzin: "Wat hebben we het toch allemaal goed !" Dit motto vliegt nu ergens aan een ballon boven het mooie Limburgse landschap. Wie het vindt zal er misschien zijn levensfilosofie van maken.


Na de middag kregen we nogmaals te eten. Ver na de middag. Lekker eten trouwens. Met Limburgse vlaai en een paar sappige collegiale roddels toe.

Tot zover het verslag van een zeer geslaagde dag!


Om mijn opa te herdenken blog ik ook nog even hét mijnwerkerslied. Moeilijk leesbaar, sorry, maar het moet nu eenmaal in communistisch rood.

Refrein
Het zwarte goud van onze mijnen Lokt jong en oud diep in de schacht,
Daar zal voor hen geen zon meer schijnen,
Want in de mijn regeert de nacht
GLÜCK AUF ! GLÜCK AUF! Klinkt als hun groet,
GLÜCK AUF kameraad ’t ga je goed


Zij dalen in donkere schachten,
Waar nooit eens ’n zonnetje lacht.
Zij zwoegen er dagen en nachten,

Terwijl hun gezin angstig wacht.

Refrein

En diep in de schoot van de aarde,

Waar menig gevaar wordt doorstaan,
Ontluikt, als ‘n blijvende waarde, ’n Vriendschap die nooit zal vergaan

Refrein

Al zijn het nu slepers of houwers,

Die kompels daar ginds in de mijn ,vormen de moedige sjouwers,
Waar iedereen trots op kan zijn.