dinsdag 31 mei 2011

Pijn

Laatst fietste ik met mijn met Bloemen volgeladen bakfiets door de stad. Het zonnetje scheen, er stond weinig wind en ik werd eens een keertje niet van mijn sokken gereden door zigzaggende lijnbussen aan 80 km per uur. Ik zag zelfs geen  tegenligger in de éénrichtingstraat die ik in tegenrichting doorfietste. De Bloemen keken vredevol en zachtjes neuriënd rond vanuit hun bak. Ze waren blij dat ze naar school mochten. Ze hadden zowaar mekaars handje vast  (maar dat kan ik me ook verbeeld hebben). Kortom: een moment zoals je het maar één keer per schrikkeljaar meemaakt.
Plots verschijnt er van achter het hoekje een andere moeder, duidelijk afgeleefd, buggy nors voor zich uitduwend en geflankeerd door 3 levendige kleuters. Kleuters die niets anders deden dan levendig zijn. En ook wel een beetje tegen elkaar aanduwen en trekken. Irritant doch normaal gedrag voor hun leeftijd dus. Maar dat was blijkbaar teveel voor de norse afgeleefde moeder, kon ik opmaken uit de hysterische commando's en dito snauwen die ze haar kinderen toewierp. En alsof dat niet genoeg was, zag ik haar even later ook nog ééntje bij zijn nekvel grijpen en haar vlakke hand in het gezicht van het ongelukkige ventje petsen. Zomaar! Expres! Het kind kon nog geen 3 jaar oud kon zijn en begon natuurlijk te huilen van de pijn.
Op zo'n momenten voel ik de agressie als vulkanisch magma in me opborrelen. Ouders die hun kind slaan, het is iets wat ik niet kan begrijpen, horen, laat staan zien gebeuren. Ja ok, ook ik heb me wel eens bezondigd aan een pedagogisch tikje op het moment dat ze met hun mollige handje naar de gloeiend hete oven reiken, of vlak voordat ze een fles bleekwater aan hun mond willen zetten. En ik geef toe, soms... neen,  eigenlijk vrij vaak,  moet ik ook tot 10 tellen en iets anders met mijn handen gaan doen ter preventie van erger. Zo heb ik al eens een sigaret opgestoken, of de radio oorverdovend luid gezet, of een DVD doosje wild door de de kamer gesmeten, of  godbetert, een breiwerkje ter hand genomen. Maakt niet uit op zo'n moment. Alles is beter dan je kind slaan, toch?
Maar daar fiets je dan, en eigenlijk wil je stoppen en tegen die moeder zeggen dat dat verkeerd is, je kind slaan. Het ventje vastpakken en een kusje geven en ach ja, waarom niet, mee naar huis nemen en een groot stuk chocola geven om hem te troosten. Maar je doet het niet. Neen, je draait je hoofd om en fietst door. En even later vraag je aan je kinderen: "Doet mama dat ook wel eens, zo boos worden? "  "Ja heel soms wel, maar ons kletsen heb je nog niet gedaan", zeggen ze, waarna ze zachtjes verder neuriën. Nog niet, onthoud ik, ... nog niet.

zaterdag 28 mei 2011

Wat ik nu allemaal heb en vroeger nooit dacht te krijgen

  1. Wallen onder mijn ogen
  2. Een grijze bles
  3. Gehoorschade gepaard gaande met selectieve doofheid
  4. Pijnlijk korte nachten
  5. Nog bredere heupen
  6. Soms 3 weken geen seks
  7. Kinderfoto's op mijn bureau
  8. Kinderfoto's op mijn gsm
  9. Kinderfoto's in mijn agenda
  10. Kinderfoto's aan de muur
  11. Kinderfoto's op facebook
  12. Een mamablog met... kinderfoto's
  13. Stapels, overal en altijd en van vanalles
  14. Hele lunchgesprekken met collega's alleen maar over slaaptechnieken, eetproblemen, driftbuien en de beste billendoekjes op de markt.
  15. Een monovolume vol kruimels, beschimmelde broodkorsten, in de bekleding plakkende kauwgums en half leeggedronken drankbricjes
  16. Een 'hoek' om stoute kinderen in te zetten
  17. Spontaan tranende ogen
  18. Een hart dat veel te snel verweekt
  19. De woorden "als ge geen kinderen hebt kunt ge er niet over meespreken"

woensdag 18 mei 2011

Cinema op de tandartsstoel

Een tandartsbezoek is nimmer en voor niemand een pretje. Nu ben ik niet het type dat een paniekaanval krijgt alleen al bij de gedachte aan het zacht doch indringend gezoem. Noch de stoel, de lamp of zelfs het gekeuter van de tandartshaak boezemen mij échte angst in. Neen, ik ga zelfs rustig en cool naar mijn afspraak. Na vijf grondige toiletbezoeken en mezelf toesprekend dat het over een uurtje alweer voorbij is. Niet dat ik het, zoals mijn Bloemen, beschouw als een leuk en spannend uitje. Dat nu ook weer niet. Tja, want zij vonden het wel érg bijzonder. Niet in het minst omdat ze van de tandarts naar De Kleine Zeemeermin mochten kijken tijdens de werken. Door zo'n coole sci-fi bril nog wel. En een cadeautje mochten uitkiezen als beloning voor het niet slaken van angstkreten. En zelfs drie keer hun cadeautje mochten omruilen omdat het eigenlijk toch niet naar hun zin was.

"Mag jij dan ook naar 'De Kleine Zeemeermin' kijken?" vroeg Grote Bloem. "Ik denk dat dat alleen voor de kindjes is.", antwoordde ik al lachend bij het idee alleen al. Groot was mijn verbazing dan ook toen de tandarts, voordat hij de spuit in mijn kaak wilde planten, vroeg of ik zin had in een filmpje. "Neu", zei ik dapper, "het lukt zo ook wel hoor". En toen plantte hij dus die spuit in mijn tandvlees. En  kromde ik even mijn tenen (wat hij in geen geval kon gezien hebben!). En daarna begon hij een klein beetje te boren en stelde hij wederom de vraag, maar dan iets kordater. Ik twijfelde en lachte wat zenuwachtig en hoorde mezelf antwoorden:"Ach ja, als je iets anders hebt dan de Kleine Zeemeermin, waarom niet?" En zo kwam het dat ik de eerste 20 minuten van de film Cellular zag als een echte Geordi La Forge met opengesperde mond, gekromde tenen en gebalde vuisten.

dinsdag 17 mei 2011

Wolken

Alles vervliegt
stukjes van dagen, blikken van mensen
wolken laten zelfs geen sporen na. Neen, ze lossen op.


Als wolken, wattig en vochtig
als miljoenen kleine druppels vallen we zacht
of hard en onbegrijpelijk vaak


Alles vervliegt
dissolvant voor de tijd, ether voor het niets
en onze handen en geesten doen zo hun best.  Graven naar herinneringen


Terwijl


Het volle verstand het weet
dat we met zovelen zijn en altijd weer met niemand
en achterblijven om te gaan


Alles vervliegt
omdat we bestaan



zondag 15 mei 2011

En toen werden we een schema...


"Waarom wordt dat kind ( Kleine Bloem, 4 jaar ) niet gek van zichzelf?", vroegen we ons al geruime tijd af, het einde van ons Latijn nabij. Waarom loopt ze de hele tijd boos, zeurderig, aandachtszoekend en dramaqueenerig door het huis te mokken? Waarom zijn haar eerste woorden aan tafel altijd: "Ik lust dat niet, ik heb dohooorst" om dan boos haar bord van tafel te schuiven, zodat onze gezinsmaaltijden steeds weer uitdraaien op oorlogen. En waarom praat ze ons na en lacht ze ons uit als we haar een standje geven (een perfecte nabootsing van de wijzende vinger incluis)? En waarom moeten we haar zo wat elke dag wel minstens één keer afzonderen om af te koelen en haalt het niks maar dan ook niks uit, behalve dat ze soms ook naar ons uithaalt? En waarom, o waarom is ze op school de liefste, de flinkste, de meest oplettende kleuter van de hele klas,  eet ze altijd braaf haar boterhammen op en zoekt ze nimmer ruzie met niemand?
Zou ze misschien wat meer structuur nodig hebben, vroegen we ons af? Moeten we het leven niet wat voorspelbaarder voor haar maken, stelden we ons de vraag?  En dan gaat een mens zich buigen over schema's en pictogrammen. Toegegeven, niet uit volle overtuiging, maar eerder uit pure wanhoop. Gedaan met plotse ingevingen en impulsieve beslissingen en kies maar zelf houdingen. Neen, een strak schema: hoe verloopt een week? Wat zijn de vaste, steeds terugkerende momenten? Wat verwachten we van haar, en van de andere Bloemen, én van onszelf? Ok, elke dag op hetzelfde uur opstaan dan maar. En gedaan met in de pyama rondlummelen tot de noen in het weekend. Neen, opstaan, meteen aankleden en eten! Op vaste momenten in bad, TV kijken of computeren. En niet te vergeten: 2 keer per week exclusieve papa-mama tijd. Minstens.
Het ziet ernaar uit dat wij harder zullen moeten werken dan zij.