donderdag 9 juni 2011

Hormonale flipperkast

Normaal heb ik er niet zoveel last van. Mijn homonenspiegel was altijd nogal stabiel. Op een maandelijkse chocolade-uitspatting en een klein ingehouden snauwtje naar mijn Liefde na, viel het allemaal vrij goed mee. Ik heb nochtans het gevoel dat het met de jaren erger wordt. Of is het misschien de menopauze die zich (uiteraard) veel te vroeg aankondigt?
Vandaag was het weer zo'n 'heerlijke' dag. Opstaan is beginnen aan een dubbele iron lady. Hoofdpijn, buikpijn en vooral een allesverlammende moedeloosheid. Ik kan maar één ding denken als ik me op m'n dagplanning concentreer: ik heb er zóóóó géééén zin in vandaag. Bweurk. "Ik meld me ziek en blijf in bed", denk ik. Maar wie brengt de kinderen dan naar school? Wie belt mijn cliënten af? Welke collega kan mijn werk overnemen? En weer een teamvergadering missen? Neen, dan toch maar opstaan en eraan beginnen. (Damn, dat plichtbewustzijn altijd!) Mezelf erdoorheen slepen is de enige optie. Mijn haar wassen? Foert, dan heb ik maar een vettige kop. Mijn benen ontharen? Ik trek wel een makkelijke broek aan. En ach, dan heb ik maar wallen, en dan zie ik er maar moe en afgepeigerd uit. Wie kan het schelen?  Ik moet tenslotte toch nooit meer een man aan de haak slaan.
Het groot stuk chocola bij het ontbijt brengt iets of wat verlichting en de daaropvolgende dikke plak peperkoek met goede boter nog een beetje meer. "Ik zou beter yoghurt eten, met een kiwi of zo", denk ik terwijl ik gemorste melk opveeg met m'n ene hand en met m'n andere hand mijn Bloemen voorzie van ontbijtgranen terwijl ik het bijgeleverde gadget angstvallig verborgen tracht te houden ter preventie van ruzie.
Natuurlijk heb ik wind tegen bij het fietsen. En natuurlijk hebben ze het gadget toch nog ontdekt en kibbelen ze de hele weg naar school over wie het mag hebben en in plaats van wat. Ze hebben het ook koud en ze hebben ook nog dorst en ze willen ook niet naar de nabewaking en ik zeg alleen maar: "WAT? IK VERSTA JULLIE NIET MET DIE HARDE WIND!"
Eenmaal op het werk wordt het niet beter. De koffie is te sterk, de vergadering te vervelend, de koekjes te uitgedroogd, de cliënten te zeurderig, de dafalgan niet sterk genoeg, het ecologisch toiletpapier te ruw, de e-mails te moeilijk om meteen te beantwoorden, de to do stapel te overwoekerd. Gelukkig zijn mijn collega's nog lief. Wat zou ik zijn zonder hen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten