maandag 12 juli 2010

Als sardientjes in een blik

Mijn kinderen vertoeven momenteel in een Belgische badplaats die sommige Antwerpenaars wel in hun achtertuin zouden willen. En het is niet Knokke. Integendeel.

Behalve een lieflijk jachthaventje, een aftandse pier, Het Witte Paard en met tatoeagevolk geplaveide winkelstraten heeft Blankenberge ook een strand. Lang en uitgestrekt en praktisch volledig in bezit genomen door baigneurs (of voor zij die niet thuis zijn in kustjargon: standstoelenverhuurders).

En het is op dat strand dat vriendin E. en ikzelf ons gisteren een plaatsje probeerden te bemachtigen. Gisteren. Dat wil zeggen: zondagmiddag, 32°C, stikbenauwd en vergezeld van vier koters die na een lange en saaie voormiddag in Sealife Centre ("waarom is hier geen zeehondenshow mama en alleen maar stomme uitleg?") NU(!) in de zee wilden. We konden dus niet rap genoeg het zand aan onze billen voelen kleven en het eerste het beste lege plekje deed dus dienst. Maar het hele strand was al benomen door tienmiljoen andere sardientjes. Vlakbij de douche en de golfbreker dan maar. Waardoor we ten eerste een fantastich zicht hadden op alle prachtig getatoeëerde en welgevormde lijven in veel te strakke bikinis en doorhangende zwembroeken (een boost voor uw zelfbeeld!!) En we ten tweede onze koters elke seconde van de minuut 'in de gaten van het oog' moesten houden. Ik ben geen overbezorgde moeder maar wel als er zee, gladde golfbrekers, en kleine kinderen die nog niet kunnen zwemmen aan te pas komen. Gelukkig voelde ik mij regelmatig gebackupt door de strandredders die met hun voorlopers van de vuvuzela waarschuwingsignalen uitzonden. " de zee kan heelhevaarlijk zijn, voor hehet weet zijnzeweh hé madamtje" zei d'r ééntje. En gelijk had ze. Er werd dus alleen gezwommen ver van de golfbreker, in het bijzijn van de moeders en slechts tot aan de navel en niet verder. Over de golfjes springen mocht nog net.

En toch was het plezant. Warm, maar plezant. Voor de kinderen zelfs dolle pret. Behalve voor de jongste telg in het gezelschap die de schaduw en de slaap verkoos boven zon, zee en strand.
Even leek er een pikkedief roet in het eten te gooien. De schop van D, zoontje van E, bleek plotseling spoorloos. Maar niet voor lang. Mijn haviksogen zagen na enige tijd een eindje verderop, een schop uit een berg steken, die verdacht veel op de verdwenen schop leek. En ja hoor. De schop was terecht! Eind goed al goed en iedereen content.

1 opmerking: